
Полная версия
Raji: Boek Een
Hij keek op om te zien of ze luisterde en zag dat ze een spekreep nam en erin beet.
"Het Italiaanse woord voor schaken is scacchi."
Ze kauwde op het spek en keek van hem naar het boek.
"In Duitsland heet het Schach."
Geen reactie.
"Het Spaanse woord is ajedrez." zei hij en wachtte.
Rajiani gaf Mr. Fusilier nog een hapje ei.
"Het woord voor schaken in Hindi is..." Fuse wachtte even terwijl hij het woord in zijn hoofd probeerde uit te spreken. “Shatamgi.”
Ze stak haar wijsvinger op. “Shatranj.”
"Ha." Hij lachte en deed het boek dicht met een klap. "Nu weet ik dat je uit India komt en Hindi spreekt."
Fuse sprong recht en rende weer naar de trap. Hij keerde terug met een groot, plat boek. Hij legde het op de vloer en ging op zijn buik liggen om erin te bladeren.
Toen Rajiani haar bord op de tafel zette en naast hem ging liggen, merkte hij op dat ze ervoor zorgde dat haar lichaam minstens vijftien centimeter van het zijne verwijderd was. Ze trok haar donker, lang haar weg uit haar gezicht en gooide het over haar schouder terwijl ze keek hoe hij in het boek bladerde. Toen hij eindelijk de kaart gevonden had die hij zocht, duwde hij het boek naar haar.
"Bharata!" riep ze.
"Bharata." Fuse herhaalde het woord. "Wij noemen het India."
Ze legde een vinger op de kaart bij de oostelijke kant van het land.
Hij leunde voorover om het woord te lezen: "Calcutta."
"Calcutta." zei ze en tikte op haar borst. “Rajiani.” Ze wees naar de kaart. “Calcutta.”
"Dus," zei Fuse, "jij komt uit Calcutta in India. Je spreekt Hindi, maar geen Engels en je kent genoeg van schaken om een van de moeilijkste zetten van het spel te doen." Hij keek naar haar. "Het enige wat ik nu nog wil weten, is: waar zijn je ouders en voor wie verstop je je?"
Hoofdstuk zes
Rajiani keek naar Fuse die naast haar zat op de grond. Ze wist dat hij iets over haar gevraagd had, maar ze snapte niet waarom hij het antwoord wilde weten.
Waarom zou hij geïnteresseerd zijn in een kasteloos meisje als ik? Hij woont in een prachtig huis en heeft veel waardevolle dieren. Hij moet tot een van de hogere kasten behoren. Misschien niet tot de brahmanen, maar toch zeker de vaishya's zoals de meeste boeren en kooplui.
Ze keek naar het open boek voor hen op de grond en bestudeerde de kaart even.
Hoe ver zou ik van Calcutta zijn? Misschien zal hij me helpen om thuis te raken.
“Hum kahan hai? (Waar zijn we?)" vroeg ze terwijl ze naar de kaart van India wees.
Fuse keek van de kaart naar haar en trok dan een schouder op.
Waarom begrijpt hij geen Hindi? Wordt het niet in heel India gesproken? Hij kende het Hindi woord voor schaken, ook al sprak hij het niet correct uit. Misschien zijn we ergens in het westen van het land, waar ze een ander dialect spreken. Of verstaat hij alleen Punjabi?
Rajiani wees naar de westelijke kant van India en vroeg in Punjabi waar ze waren, maar hij begreep haar vraag nog altijd niet.
"Rajiani." zei ze met haar hand op haar borst en wees dan naar Calcutta. "Fuse." zei ze en ze knikte naar hem en trok haar schouders op.
Het gezicht van de jongen lichtte op alsof hij het begreep. Hij bladerde dan terug naar het begin van het grote boek en toonde een grote kaart aan Rajiani die de twee bladzijden besloeg van het boek; ze herkende hem niet.
Hij wees naar een plaats aan de rechterkant. Rajiani keek goed en zag een kleine kaart van India, maar ze snapte niet wat al de andere kaarten errond waren.
Fuse tikte met zijn vinger op de kaart van India. Rajiani trok haar haar weg, leunde voorover en zag een heel klein gedrukt woord.
"Calcutta?" vroeg ze.
Fuse glimlachte en knikte en dan bewoog hij zijn vinger traag over India naar het westen, over een groot gedeelte water naar een ander gedeelte land. Ze ging rechtop zitten om naar zijn vinger te kijken die over de grote kaart bewoog. Het nieuwe gedeelte land was groter dan India. Hij bewoog zijn vinger over nog een groot gedeelte water naar een ander gedeelte land. Een beetje verder stopte hij.
"Virginia." zei hij. "Fuse, Rajiani, Virginia." Hij tikte met zijn vinger op de kaart.
“Virginy?” vroeg Rajiani.
“Virginia.”
“Virginia.”
Dan snapte ze wat Fuse bedoelde.
Is dit waar we zijn? Dit Virginialand?
Ze keek weer naar India, dan terug naar Virginia.
Zo ver. Mijn India is ongelooflijk ver weg.
Toen Fuse een hand op haar schouder legde, rukte Rajiani zich weg.
“Saba loga (mag niet aanraken)!” Ze nam haar lange haar in beide handen, trok het naar achter en draaide het in een stevig knotje in haar nek.
Ziet hij dan niet dat ik een kasteloze ben? Lager dan de laagste kaste. Niet geschikt om bij een ander mens te zijn, behalve bij mijn eigen soort.
Ze ging staan, maar bleef staren naar het kaartenboek op de grond.
Hajini, moeder, het is bijna negen jaar geleden dat ik je laatst zag. Ben je daar nog, in Calcutta, je aan het afvragen wat er met je dochter gebeurd is?
De immense omvang van de wereld schokte haar. Ze wist niet veel af van de geografie van India. Ze wist het meest over de deelstaat West-Bengalen, waar Calcutta was, maar heel weinig over het land. Haar vader bezat een kaart van India en hij had haar geleerd wat hij wist, maar hij wist niets over de rest van de wereld. Of als hij er toch iets over wist, vertelde hij het niet aan zijn vijfjarige dochter. Hij had gesproken over de andere landen als over de buitenwereld; nu besefte ze dat ze verloren was in die buitenwereld. Al de voorbije jaren, sinds de phansigars, een bende gangsters en slavenhandelaars,haar van de straten in Calcutta gepluk hadden, had ze gedacht dat ze gewoon in een van de grote steden van India was. Maar dat klopte niet. Ze was heel ver weg van thuis.
Haar herinnering aan Klaanta, haar vader, was vaag. Ze herinnerde zich dat hij haar had leren schaken. Tenminste, hij had haar geleerd hoe elk schaakstuk op het bord verplaatst wordt, maar hij leerde haar geen strategie. Dat had ze zichzelf geleerd. Ze leek het van nature te kunnen. Ze leerde zo snel dat ze al gauw haar vader versloeg bij elk spel.
Of liet hij me misschien winnen? vroeg ze zich af. Hij had altijd een gekke grijns op zijn gezicht als ik hem schaakmat zette.
Haar moeder, Hajini, herinnerde ze zich nog best goed. Ze was altijd lief en begaan met haar vijfde kind, haar laatste telg en enige dochter. Die mooie zijden sari's die ze droeg, zo kleurrijk in tinten van rood, geel en groen. En de rode stip op haar voorhoofd die er altijd was om te laten zien hoe trots ze was dat ze getrouwd was. Rajiani had altijd net als haar moeder willen zijn, met een mooie sari en, ooit, zelfs met een rode stip.
Ze herinnerde zich ook de geur van Brahma Kamal, de wilde bloem van de Himalaya. Haar moeder bracht elke dag een kom met de purperen bloemen naar de tempel, samen met rijst en enkele munten, als offer voor de godin Annapurna en de god Krishna. De zoete geur van de vereerde bloemen hing altijd rond haar moeder. Nu vroeg Rajiani zich af of ze haar ooit nog terug zou zien.
Kleine prinses had haar moeder haar altijd genoemd.
Dat is wat je naam betekent. Vergeet het nooit, Rajiani, mijn kleine prinses.
Ze wendde zich van het boek af. Ik zal niet huilen. Ze knipperde met haar ogen en slikte. Ik zal niet huilen.
* * * * *
Fuse stond te kijken naar Rajiani die naar de atlas op de vloer staarde.
Ze weet niet waar ze is. Hoe is dat mogelijk? Hoe kan ze naar de andere kant van de wereld reizen en niet weten waar ze is?
Hij wilde haar troosten, maar wist niet hoe. Toen hij geprobeerd had om een hand op haar schouder te leggen, had ze zich weggerukt.
Hij keek naar een traan die over haar wang rolde.
"Ik kom onmiddellijk terug." zei Fuse en rende de trap op. In de slaapkamer van zijn ouders trok hij een lade open en zocht er tussen de spullen erin tot hij vond wat hij zocht. Hij haastte zich de trap af en gaf Rajiani de kanten zakdoek van zijn moeder. Ze nam de zakdoek aan, vouwde hem open en keek naar het kleurrijke borduurwerk.
"Mijn grootmoeder heeft hem voor mijn moeder gemaakt toen ze nog een klein meisje was. Ik denk niet dat ze het erg vindt als jij hem gebruikt."
Rajiani sprak enkele woorden en hield dan de zachte stof tegen haar gezicht. Ze sloot haar ogen en ademde diep in. Na een moment veegde ze langs haar wangen en glimlachte naar Fuse. Het was de mooiste glimlach die hij ooit had gezien. Haar tanden waren perfect gelijkmatig en schitterend wit tegen haar donkere huid. Ze had al gelachen naar hem, maar nooit op die manier. Zelfs haar ogen leken voor hem te glimlachen. Het was als een zonsopgang op zee na een nachtelijk onweer.
"Nu voel je je beter." zei hij. "Ik zie het wel. Maar je wist niet dat je zo ver van thuis was, hé? Wat ik moet doen, is je afleiden tot we leren praten met elkaar. Dan zal ik te weten komen hoe je hier geraakt bent en misschien kunnen we een manier bedenken om je weer thuis te krijgen."
Toen hij een van de dienbladen en een paar schotels vastnam, zei Rajiani iets achter hem. Het klonk als een vraag. Hij draaide zich om en zag haar wijzen naar een ingekaderde foto op de schouw.
"Ja." zei hij in het gedacht dat ze gevraagd had of ze hem eraf mocht nemen.
Ze pakte de foto vast terwijl hij haar bord en glas van de tafel nam.
"Papa." zei Rajiani.
"Wat?"
"Papa." Ze wees naar de foto en dan naar Mr. Fusilier in zijn rolstoel.
"Ja, dat is papa op de foto, voor zijn ongeval."
"Fuse." zei ze.
Hij zette het dienblad neer en ging naast haar staan. "Ja, dat ben ik. De foto is vorig jaar met Kerstmis genomen. Zie je de kerstboom in de achtergrond? Hij stond daar." Hij wees naar de hoek van de kamer bij de trap.
Ze keek ernaar en dan weer naar de foto. Ze raakte de afbeelding van zijn moeder aan en stelde een vraag.
"Sorry. Ik begrijp je niet."
Ze keek om zich heen in de kamer en trok haar schouders op alsof ze niet vond wat ze zocht.
"Oh, mama is hier niet. Ze is in Afrika."
“Afka?”
"Afrika. Ze is mee als vrijwilliger op een missie van het Rode Kruis om kinderen te helpen vaccineren tegen de pokken." Fuse staarde een ogenblik naar de glimlachende afbeelding van zijn moeder. "Het was de bedoeling dat ze drie maanden weg zou zijn, tijdens de zomervakantie, maar het is al meer dan zes maanden. De laatste brief die we ontvingen, kwam van Nairobi. Ze waren een boot aan het volladen om het Victoriameer over te steken en dan over de Nijl te reizen naar het noorden van Uganda, waar een grote uitbraak van de ziekte de helft van alle kinderen heeft gedood. We hebben die brief een maand geleden ontvangen en ze weet het nog altijd niet van papa's ongeval. Als mijn brieven haar ooit kunnen inhalen, zal ze beslist het volgende schip naar huis nemen."
Rajiani staarde hem aan.
"Je begrijpt geen woord van wat ik zeg."
Ze glimlachte.
"Als jij een paar van mijn woorden leert, zal ik er een paar van de jouwe leren. Oké?"
Ze haalde haar schouders op.
Hij wees naar de foto. "Papa." zei hij.
"Papa."
“Fuse.”
"Fuse." zei ze.
"Mama."
"Mama."
"Kerstboom."
Ze fronste haar voorhoofd en zei: "boom".
"Hé, weet je wat?"
"Hé." zei Rajiani.
"Als ik klaar ben met de keuken opruimen, kunnen we een kerstboom gaan omhakken."
"Boom?"
Hij zette de foto weer op de schouw en pakte het dienblad op. Rajiani nam het van hem over, zette er de rest van de schotels op en ging dan naar de keuken.
"Ik kom onmiddellijk terug, papa." zei Fuse en volgde Rajiani uit de kamer. "Je hoeft dat niet te doen." zei hij tegen Rajiani als ze de vuile schotels in de gootsteen zette en de afvoerstop op zijn plaats duwde.
Ze wilde water pompen, maar er kwam niets uit.
"Je moet hem eerst opgieten." Fuse nam een glas water van het aanrecht en goot het bovenaan in de pomp. Na een paar keer pompen met de hendel kwam het water uit de put onder het huis naar boven. "Dan vul je het glas opnieuw en zet het hier klaar voor de volgende keer."
Rajiani knikte dat ze het begreep en pompte verder. Als de gootsteen halfvol was, nam ze het stuk loogzeep uit het schoteltje en begon de afwas te doen.
"Oké." zei Fuse. "Als je per se de afwas wil doen, dan help ik wel."
"Oké." zei Rajiani.
"Oké."
Ze bleef op een afstandje en lette er goed op dat ze hem niet aanraakte als ze hem de afgewassen schotels gaf om af te drogen.
Als ze klaar waren met de keuken opruimen, gingen ze terug naar de voorste kamer om even naar zijn vader te kijken. Hij leek op zijn gemak te zijn en warm genoeg te hebben, daar bij het vuur.
“Wacht hier.” zei Fuse tegen Rajiani.
Hij ging naar de kast onder de trap en kwam terug met wat kleren.
"Dit is mijn sweater van toen ik klein was, maar ik denk het hij jou zal passen."
Ze trok de blauw en bruin gebreide sweater over haar hoofd, stopte haar armen in de mouwen en trok dan haar haar uit de kraag achteraan. Ze zei iets tegen Fuse en grinnikte terwijl ze haar hand over de wollige sweater liet glijden.
"Ja, mijn grootmoeder heeft die ook gemaakt. Pas die laarzen eens, maar trek eerst twee paar kousen aan."
Rajiani ging op de vloer zitten om de kousen en dan de laarzen aan te trekken.
"Ze zijn een beetje te groot voor je."
Ze knoopte de veters dicht van een van de laarzen.
"Maar dat is beter dan in de sneeuw rondlopen met jouw oude, versleten schoenen." Hij knielde om de andere veter dicht te knopen, maar ze trok haar voet weg.
Rajiani ging staan nadat ze klaar was met de tweede laars. Ze trok de lederen handschoenen aan die hij haar gaf en liep dan rond in een cirkel voor Fuse terwijl ze naar haar voeten keek.
Ze stopte voor hem en stelde dan een vraag terwijl ze naar beneden wees.
"Laarzen." zei hij.
"Laarzen."
"Papa." zei Fuse terwijl hij het haardscherm opende. "We gaan naar de overkant van de grote vijver om een kerstboom om te hakken. Is het goed als we je een paar uur alleen laten?" Hij rakelde in de gloeiende kooltjes met een pook en gooide dan nog twee blokken hout op het vuur.
"Papa." hoorde Fuse Rajiani zeggen achter zich. Hij draaide zich om en zag haar staan voor Mr. Fusilier die naar haar gezicht keek.
Ze wees naar haar voeten. "Laarzen."
Zijn hoofd bewoog traag naar beneden. Na een ogenblik bewogen zijn ogen terug naar haar gezicht en hij knipperde met zijn ogen.
Hoofdstuk zeven
Het was prachtig in het bos, voorbij de grote vijver. De zon scheen, er was geen wind en het enige geluid was het zachte geknisper van de sneeuw onder hun voeten.
Fuse verliet het pad en liep door de dikke pakken sneeuw. Rajiani liep achter hem en Ransom volgde haar. Hij trok een kleine slee waarop een bijl lag.
"Hert." Fuse wees naar de sneeuw voor hem, waar een spoor hun pad kruiste.
"Hert?" Rajiani stond naast hem en volgde het spoor met haar ogen tot op een punt waar het verdween voorbij de oever van een beek.
De onstuimige beek stroomde snel genoeg om niet te bevriezen.
"Ze is daar gaan drinken." fluisterde Fuse.
Rajiani fronste haar voorhoofd.
Hij deed alsof hij een glas naar zijn mond bracht en wees naar de beek. "Drinken."
"Hert drinken."
Ze hurkte neer om het spoor voorzichtig aan te raken. Even later liepen ze verder door het bos.
Fuse wist welke boom hij wilde. Hij stond aan de verste kant van het bos, dicht bij de omheining die de grens aangaf met de boerderij van de Quackenbushes. Hij had de boom al sedert augustus in het oog, toen hij de omheining aan de noordkant van hun boerderij hersteld had. Onbewust had hij zich de boom voorgesteld als kerstboom omwille van zijn perfecte kegelvorm. Hij was niet zo groot als de spar van vorig jaar, maar doordat hij niet zo hoog was, zou het makkelijker zijn om hem te versieren.
"Dat is de boom die ik wil." zei Fuse toen ze aan de andere kant van het bos aanbeland waren. Hij ging naar de loblollyden van meer dan twee meter hoog en knielde eronder. "Ik zal hier zo in de stam hakken."
Hij wees met zijn bijl naar de stam. Ze boog zich voorover om onder de takken te kunnen kijken.
"Kom hier, dan zal je het beter zien." Fuse deed teken dat ze onder de boom moest knielen.
Ze liet zich op haar handen en knieën vallen en kroop eronder. Hij trok de bijl terug, zwaaide er hard mee en hakte in de stam, net boven de grond. Door de inslag werd de sneeuw uit de takken geschud en tuimelde naar beneden waar hij hen allebei bijna begroef. Eerst gilde ze, maar toen Fuse lachte, lachte ze ook. Toen ze zich plots realiseerde dat hij haar misleid had, dook ze naar hem. Ze rolden samen door de sneeuw en rolden vanonder de boom. Met een kleine kreet sprong ze recht en stapte weg van Fuse; ze begon de sneeuw van haar armen en schouders te vegen.
“Saba logo." zei hij met een grijns. Hij ging staan en schudde de sneeuw van zijn jas. "Niet aanraken, hé?"
Ze keek naar hem, dan naar de grond, en legde haar handen op haar rug. Ze fluisterde: "Saba loga." om zijn uitspraak te verbeteren.
“Saba loga. Als jullie niet van aanrakingen houden, hoe kunnen jullie dan ooit..." Hij hield op. "Laat maar."
"Laat maar."
"Juist."
Fuse hakte verder, tilde de boom op de slee en dan trok Ransom de slee zonder probleem terug langs het pad.
* * * * *
Na het avondeten nagelde Fuse een houten voet aan de boom en haalde dan twee dozen kerstversiering van de zolder. In de dozen zaten twee sets grote glazen versieringen in rood, groen en blauw, samen met lange slingers zilveren engelenhaar, tere sneeuwslingers en slingers van uit papier geknipte figuren die hij gemaakt en gekleurd had toen hij drie of vier jaar oud was. Hij moest even stoppen toen hij aan zijn moeder dacht die hem geholpen had om de papieren figuren uit te knippen en aan elkaar te plakken aan de keukentafel. Hij wenste vurig dat hij terug kon gaan in de tijd en het opnieuw kon doen.
Mama is zo ver van hier en ze weet zelfs niet...
Raji zei iets en onderbrak zijn gemijmer. Hij keek naar haar en zag dat ze een van de versieringen vast had.
"Dat hoort daar." Hij wees naar de bovenkant van de boom.
"Ah." Ze legde de lichtgele glazen ster op de grond.
"Ik weet niet welk soort god jullie hebben in India," Fuse ging naar zijn vader en duwde zijn rolstoel tot bij de boom, "maar ik twijfel of het dezelfde is als de onze."
Hij wist dat ze de betekenis van de boom niet snapte, maar ze vond hem versieren duidelijk leuk.
Ze nam een blauwe glazen versiering vast en keek hem vragend aan. Fuse nam een rode uit de doos.
"Hang het aan een tak, zo."
"Ah, oké."
Na de groene slingers en de papieren figuren draaiden hij en Rajiani ook het engelenhaar rond de boom. Als alle versieringen op hun plaats hingen, ging Fuse op de middelste trede van de trap staan, leunde voorover en plaatste de ster op de top.
"Goed gedaan." zei hij nadat hij de cadeaus voor zijn moeder en vader onder de boom gelegd had. Hij zette een stap achteruit om het geheel te bewonderen.
"Goed gedaan." zei Rajiani.
“Nu moet ik papa klaarmaken om te gaan slapen." Hij deed teken dat ze hem de trap op moest volgen. "Maar eerst, kom, ik zal je tonen waar je mag slapen."
Ze liepen door de gang boven, voorbij zijn kamer naar een deur tegenover de slaapkamer van zijn ouders.
"Dit is een logeerkamer." zei hij en haalde de lichtschakelaar over.
Ze volgde hem de koude kamer in. Hij ging naar het bed en legde het deken open. "Als we de deur een tijdje openlaten, zal het warm worden. Is dat goed?"
Ze fronste haar voorhoofd en trok haar schouders op.
"Je mag hier slapen." Fuse deed zijn handen tegen elkaar, hield zijn hoofd schuin en legde het op zijn handen alsof ze een kussen waren. Dan sloot hij zijn ogen.
"Oh." zei ze. "Oké."
Toen hij de kamer verliet, sloot Rajiani de deur achter hem.
* * * * *
Op kerstdag stond Fuse op voor de zon op was. Hij rilde in zijn koude slaapkamer en kleedde zich haastig aan. De kachel in de keuken en de haard hielden het huis de hele dag warm, maar als het hout in de vroege ochtenduren opgebrand was, werd het erg koud binnen.
Toen hij uit zijn kamer kwam en het licht in de gang aanzette, zag hij dat de deur van Rajiani's kamer openstond. Hij ging niet naar binnen, maar hij kon zien vanuit de deuropening dat ze er niet was en dat het bed opgemaakt was.
"Vertel me niet dat ze in de schuur geslapen heeft." fluisterde hij terwijl hij zijn hemd dichtknoopte.
Tot zijn verbazing had ze de slingers en het engelenhaar uit de boom gehaald. De andere versieringen hingen er nog in; alleen het engelenhaar en de groene slingers waren weg.
Hij keek in de slaapkamer van zijn vader, aan de andere kant van de woonkamer op de benedenverdieping. Het was eigenlijk de naaikamer van zijn moeder, maar Fuse had het bed van zijn vader daar gezet omdat hij de rolstoel niet op en van de trap kreeg. Hij sliep nog, dus ging Fuse naar de keuken.
De geur van verse koffie verwelkomde hem in de warme keuken. Er lagen plakken ham op de snijplank met een mandje eieren ernaast, klaar voor de pan.
Hoe zou ze leren koffiezetten hebben?
Hij trok zijn laarzen en zijn jas aan. Hij zou zijn vader laten slapen tot alle karweien afgewerkt waren.
Toen hij bij de schuur aankwam en de deur openduwde, zag hij de kippen en duiven hun voeder oppikken van de grond. De paarden, Cleo en Alex, waren ook verzorgd. Stormy en haar veulen hadden het naar hun zin op een vers bedje van stro.
Fuse stapte naar buiten langs de achterdeur van de schuur en zag de stomende hoop stro en mest die ze al uit de stallen geruimd had. Ze had ook de koeienvlaaien weer netjes op een rij gelegd. Nu lagen er vier rijen koeienmest uitgespreid alsof ze moesten drogen.
Waarom in hemelsnaam legt ze dat zo op de grond?
Hij ging de koeien controleren. Daar, in de koeienstal, vond hij het engelenhaar en de slinger van de kerstboom; ze had ze gebruikt om de koeien te versieren. De zilveren en groene slingers waren over hun hoorns en rond hun nek gedrapeerd.
Wat heeft ze toch met koeien?
Hij keek toe hoe ze de maïs opaten die ze in hun trog gegoten had. De koeien leken zich niets aan te trekken van hun versieringen en kauwden alsof er niets gebeurd was.
"Oké?"
Fuse schrok van het geluid van haar stem. Hij draaide zich om naar een lachend meisje met een pas afgewassen melkemmer in haar handen. Het duurde even voor hij zijn stem weer gevonden had.
"Oké." Hij was blij te zien dat ze de laarzen droeg en ook de sweater onder haar vest. "Jij moet al uren op zijn."
"Melk." Ze bood hem de melkemmer aan.
* * * * *
Rajiani won hun eerste spelletje schaak tijdens het ontbijt. Ze gaf Fuses vader eten terwijl hij zich concentreerde op het schaakspel. Het leek alsof ze meer tijd spendeerde aan zijn vader helpen dan aan schaakspelen, maar ze won met gemak en zette hem schaakmat in niet meer dan vijftien zetten. Ze deden de afwas en ruimden de keuken op voor ze het schaakbord klaarzetten voor een tweede spel, maar ze werden onderbroken toen er op de voordeur werd geklopt.
Fuse was verrast dat er op kerstdag iemand langskwam, maar nog meer dat Rajiani rechtsprong en naar de keuken rende. Haar zwarte dame en twee pionnen rolden op de vloer toen ze met haar knie tegen het schaakbord stootte. Een paar seconden later sloeg de achterdeur dicht.
Hij stapte over de schaakstukken om naar de voordeur te gaan en vroeg zich af wie het zou zijn. Hij was verrast te zien wie op de porch stond.